Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AH8835

Datum uitspraak2003-06-05
Datum gepubliceerd2003-06-30
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Maastricht
Zaaknummers83521 / KG ZA 03-157
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter


Indicatie

Vordering tot heraansluiting energietoevoer.


Uitspraak

Zaaknummer : 83521 / KG ZA 03-157 Datum uitspraak: 5 juni 2003 VONNIS IN HET KORT GEDING VAN: [De heer D. ], wonende te Landgraaf, eiser bij exploot van dagvaarding in kort geding d.d. 29 april 2003, procureur: mr. J.W.J. Schoonbrood (toevoeging verleend), tegen: [Mevrouw P. ], wonende te Kerkrade, gedaagde, geen procureur gesteld hebbende. 1. Het verloop van de procedure 1.1 [Eiser] heeft gedaagde[P. ]) doen dagvaarden in kort geding. 1.2 Op de dienende dag, 21 mei 2003, heeft [eiser] gesteld en gevorderd overeenkomstig de inhoud van de dagvaarding. 1.3 Namens [Gedaagde] is [De heer J. ] -echtgenoot van [Gedaagde]- verschenen en deze heeft verweer gevoerd. 1.4 Op verzoek van partijen is het geding vervolgens aangehouden in afwachting van berichtgeving van [eiser], omdat partijen ter zitting hebben afgesproken dat [Gedaagde] ervoor zal zorgdragen dat vóór 23 mei 2003 de toevoer van electriciteit en gas opnieuw is aangesloten. 1.5 [Eiser] heeft tenslotte -omdat [Gedaagde] niet aan het hiervoor vermelde heeft voldaan- bij schrijven d.d. 23 mei 2003 om vonnis verzocht. De uitspraak daarvan is bepaald op heden. 2. Het geschil 2.1 [Eiser] huurt sinds 18 september 1985 twee kamers in het pand [adres] voor een huurprijs van € 138,86 per maand, aanvankelijk van de gemeente Landgraaf en sinds 22 juli 2002 van [Gedaagde]. Deze huurprijs is inclusief de energiekosten zoals het gebruik van gas, water en electriciteit. 2.2 Door althans namens [Gedaagde] werd in april 2003 de toevoer van electriciteit en gas ten behoeve van [eiser] door het energiebedrijf Essent in het bijzijn van [Gedaagde] afgesloten. 2.3 Bij schrijven d.d. 14 april 2003 heeft de advocaat van [eiser] [Gedaagde] gesommeerd om binnen drie werkdagen na betekening van dit schrijven te bewerkstelligen dat de energietoevoer weer wordt aangesloten, hetgeen niet is gebeurd. 2.4 [Eiser] stelt dat [Gedaagde] ernstig tekortschiet in de nakoming van de huurovereenkomst door thans de energietoevoer te (doen) beëindigen en heeft in dit geding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad: I. [Gedaagde] te veroordelen om binnen drie werkdagen na betekening van het te dezen te wijzen vonnis te zorgen voor de (her-)aansluiting van de energietoevoer van electriciteit en gas in het gehuurde van [eiser] gelegen[adres]; II. Een en ander op verbeurte van een dwangsom van € 250,-- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat [Gedaagde], nadat drie werkdagen na voormelde betekening zijn verstreken, in gebreke blijft aan enige hiervoor vermelde veroordeling te voldoen, zulks tot een maximum van € 25.000,--; III. [Gedaagde] te veroordelen in de kosten van dit geding te betalen aan de griffier indien een toevoeging wordt verleend en te betalen aan [eiser] indien geen toevoeging wordt verleend. 2.5 [Gedaagde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd. 3. De beoordeling 3.1 [Echtgenoot van gedaagde] heeft ter zitting medegedeeld dat krakers in het pand[adres] aanwezig waren en dat daarom de energietoevoer van het gehele pand is afgesloten. Tevens heeft hij ter zitting medegedeeld ervoor zorg te dragen dat de energietoevoer van [eiser] vóór vrijdag 23 mei 2003 opnieuw zal worden aangesloten, hetgeen niet is gebeurd. 3.2 De voorzieningenrechter stelt voorop dat [eiser] -sinds medio 1985 huurder van de onderhavige kamers in het pand aan [adres]- recht heeft op ongestoord genot van het gehuurde, dat hij op enigerlei wijze tegenover [Gedaagde] in gebreke is gebleven is gesteld noch gebleken. De stelling van [Gedaagde] dat de energietoevoer van het gehele pand is afgesloten vanwege de aanwezigheid van krakers in het pand, rechtvaardigt naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet een zo grote inbreuk op de rechten van [eiser] waardoor diens huurgenot in de kern wordt aangetast. Daar komt bij dat ter zitting is toegezegd dat wordt overgegaan tot heraansluiting van de energietoevoer. Gezien het vorenstaande liggen de gevraagde voorzieningen voor toewijzing gereed, met dien verstande dat de gevorderde dwangsom -in afwijking van het gevorderde- zal worden gemaximeerd tot een bedrag van € 10.000,--. 3.3 Als de in het ongelijk gestelde partij wordt [Gedaagde] veroordeeld in de kosten van het geding. 4. Uitspraak De voorzieningenrechter van de rechtbank te Maastricht: RECHT DOENDE in kort geding: Veroordeelt [Gedaagde] om binnen drie werkdagen na betekening van dit vonnis te zorgen voor de (her-)aansluiting van de energietoevoer van electriciteit en gas in het gehuurde van [eiser][adres]; Een en ander op verbeurte van een dwangsom van € 250,-- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat [Gedaagde], nadat drie werkdagen na betekening van dit vonnis zijn verstreken, in gebreke blijft aan de hiervoor vermelde veroordeling te voldoen, zulks tot een maximum van € 10.000,--; Veroordeelt [Gedaagde] in de kosten van het geding, aan de zijde van [eiser] gerezen, tot aan deze uitspraak begroot op een bedrag van € 989,16, waarvan € 205,- wegens verschuldigd vast recht, € 703,- voor salaris procureur en € 81,16 aan explootkosten; Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad; Wijst het meer of anders gevorderde af; Aldus gewezen door mr. A.M. Adelmeijer, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting in het bijzijn van de griffier. BC